Mosselen. Zo uit Zeeland
Mosselen. Zo uit Zeeland

Van zaad tot consumptiemossel

Mosselen groeien in ruim twee jaar tijd van zaad, via halfwasmossel uit tot consumptiemossel. Tussentijds worden de mosselen af en toe verzaaid, om ze zo voldoende ruimte te geven om te groeien. Ook worden zeesterren, de natuurlijke vijand van de mossel, regelmatig van de percelen verwijderd.

Wanneer de mosselen groot genoeg zijn, worden ze opgevist en naar de Nederlandse Mosselveiling in Yerseke gebracht. Hier wordt de lading door de veilingmedewerkers bemonsterd.

Dit bemonsteren gebeurt door het nemen van een representatieve steekproef. Aan de hand daarvan wordt bepaald hoeveel mosselen de kweker aanbiedt, hoe groot de mosselen zijn (schelpgrootte en vleesgewicht) en hoe groot het percentage restmateriaal (losse schelpen, pokken, zeesterren e.d.) in de lading is. Het resultaat van de bemonstering wordt voorafgaand aan de veiling bekendgemaakt, waarna handelaren kunnen bieden op de aangeboden partijen. In het seizoen zijn er vaak wel twee veilmomenten op een dag.

Verwaterpercelen in de Oosterschelde

De op de veiling verkochte mosselen worden uitgezaaid op speciale percelen van de mosselverwerkende bedrijven in de Oosterschelde. Deze verwaterpercelen – de zogenaamde natte pakhuizen – liggen op de Yerseke Bank voor de kust van Yerseke. De Oosterschelde heeft hier een harde bodem, waardoor de mosselen zichzelf kunnen schoonspoelen (verwateren), om daarna zandvrij naar de consument te gaan. Door het verwateren in de Oosterschelde, het vervolgens bewerken (ontbaarden, ontdoen van pokken) en verpakken in Yerseke krijgt de mossel het predicaat ‘Zeeuwse mosselen’. Mosselen worden vers verkocht, maar worden ook tot conserven verwerkt.

Alternatieve verwaterpercelen

Voor het seizoen 2017/2018 heeft de mosselsector ook alternatieve verwaterpercelen ingericht, mocht zich net als vorig jaar onverhoopt een tijdelijke sluiting van de Yersekebank in de Oosterschelde voordoen als gevolg van de aanwezigheid van de nieuwe biotoxine: Tetrodotoxine (TTX). De verwaterpercelen – ter hoogte van de Zeelandbrug – liggen dichter bij de Noordzee waar  meer en betere waterverversing is. De ondergrond is vergelijkbaar met de Yersekebank.